PSALM 116
Psalm 116
Informatie en bladmuziek over Psalm 116
Geloof hoop en liefde - Cor van Dijk
Dijk, Cor vanGeloof hoop en liefde van Cor van DijkInhoud: Psalm 116 : 6 “Ik heb geloofd, dies sprak ik tot Gods ..
€ 10,95
Musijck over de Voijsen der Psalmen Davids - Jan Zwart
Zwart, JanMusijck over de Voijsen der Psalmen Davids van Jan Zwart Voor orgel, deel 6Inhoud:Psalm 77 (86)Psal..
€ 6,95
De Jonge organist deel 6 - Harke Iedema
Iedema, HarkeDe Jonge organist deel 6 - Harke IedemaMethode voor orgelspelDe Jonge Organist deel 5 is het eerste ..
€ 16,99
150 psalmen deel 8 - Nico de Mes
Mes, Nico de150 psalmen deel 8 van Nico de MesInhoud:Psalmen 106-120 ..
€ 14,45
Contrapuntische Psalmkoralen 08 - Wim van der Steen
Steen, Wim van derContrapuntische Psalmkoralen 08 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 106 t/m 120..
€ 11,95
Musica Selecta deel 8 - Feike Asma
Asma, Feike, Kooijmans, WybeMusica Selecta deel 8 van Feike AsmaNieuwe notaties bijeengebracht door Wybe KooijmansInhoud:1...
€ 11,99
Psalmen voor orgel VIII - Jaap Niewenhuijse
Niewenhuijse, JaapPsalmen voor orgel VIII van Jaap NiewenhuijseInhoud: Psalmen 105-120 ..
€ 18,95
Psalm 111-120 - Jan Slagt
Slagt, JanPsalm 111-120 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor o..
€ 21,99
Orgelkunst 16 - Diverse artiesten
Wendt, GradusOrgelkunst 16 van diverse artiestenPsalmvoorspelenInhoud: Psalm 1:1Psalm 1:2Psalm 2:1Psalm 3:2Psalm ..
€ 8,95
Psalm 116
1 Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
2 Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik [Hem] in mijn dagen aanroepen.
3 De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
4 Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, [zeggende]: Och HEERE! bevrijd mijn ziel.
5 De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.
6 De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.
7 Mijn ziel! keer weder tot uw rust, want de HEERE heeft aan u welgedaan.
8 Want Gij, HEERE! hebt mijn ziel gered van den dood, mijn ogen van tranen, mijn voet van aanstoot.
9 Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEEREN, in de landen der levenden.
10 Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest.
11 Ik zeide in mijn haasten: Alle mensen zijn leugenaars.
12 Wat zal ik den HEERE vergelden [voor] al Zijn weldaden aan mij [bewezen]?
13 Ik zal den beker der verlossingen opnemen, en den Naam des HEEREN aanroepen.
14 Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.
15 Kostelijk is in de ogen des HEEREN de dood Zijner gunstgenoten.
16 Och, HEERE! zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt mijn banden losgemaakt.
17 Ik zal U offeren een offerande van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen.
18 Ik zal mijn gelofte den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.
19 In de voorhoven van het huis des HEEREN, in het midden van u, o Jeruzalem! Hallelujah!
Psalm 116
Vers 1
God heb ik lief; want die getrouwe HEER
Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen;
Hij neigt Zijn oor, 'k roep tot Hem, al mijn dagen;
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.
Vers 2
Ik lag gekneld in banden van den dood,
Daar d' angst der hel mij allen troost deed missen;
Ik was benauwd, omringd door droefenissen;
Maar riep den HEER dus aan in al mijn nood:
Vers 3
"Och HEER, och, wierd mijn ziel door U gered!"
Toen hoorde God; Hij is mijn liefde waardig;
De HEER is groot, genadig en rechtvaardig,
En onze God ontfermt zich op 't gebed.
Vers 4
D' eenvoudigen wil God steeds gadeslaan;
'k Was uitgeteerd, maar Hij zag op mij neder.
Keer, mijne ziel, tot uwe ruste weder;
Gij zijt verlost; God heeft u welgedaan.
Vers 5
Gij hebt, o HEER, in 't dood'lijkst tijdsgewricht
Mijn ziel gered, mijn tranen willen drogen,
Mijn voet geschraagd; dies zal ik, voor Gods ogen,
Steeds wandelen in 't vrolijk levenslicht.
Vers 6
Ik heb geloofd, dies sprak ik tot Gods eer.
'k Was zeer bedrukt, ik liet in haast mijn lippen,
Door drift vervoerd, deez' harde taal ontglippen:
"Bij mensen is noch trouw, noch waarheid meer!"
Vers 7
Wat zal ik, met Gods gunsten overlaân,
Dien trouwen HEER voor Zijn genâ vergelden?
'k Zal bij den kelk des heils Zijn naam vermelden,
En roepen Hem met blijd' erkent'nis aan
Vers 8
Nu zal ik voor de weldaân, die 'k genoot,
Aan Hem, naar mijn geloften, eer bewijzen,
Hem onder al Zijn gunstgenoten prijzen.
Hoe kost'lijk is in 's HEEREN oog hun dood!
Vers 9
Och HEER, ik ben, o ja, ik ben Uw knecht,
Uw dienstmaagds zoon; Gij slaaktet mijne banden;
Dies doe ik U gewillig offeranden
Van lof en dank, U plechtig toegezegd.
Vers 10
Ik zal Uw naam met dankerkentenis
Verheffen, U al mijn geloften brengen;
'k Zal liefd' en lof voor U ten offer mengen,
In 't heiligdom, waar 't volk vergaderd is.
Vers 11
Ik zal met vreugd in 't huis des HEEREN gaan,
Om daar met lof Uw groten naam te danken.
Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken:
Elk heff' met mij den lof des HEEREN aan!
Psalm 116
vers 1
Ik heb den Heer lief, want Hij heeft verhoord
Mijn stem ende bidden in mijn zwaar klagen.
Ik zal Hem bidden in mijn kwade dagen,
Omdat Hij Hem tot mij neigt, naar Zijn Woord.
vers 2
De strikken des doods hadden mij omvaan;
Ik was beladen met angsten der hellen,
Ik was in nood, in zuchten en in kwellen;
Doch ik riep des Heeren Naam alzo aan:
vers 3
O Heer! verlos mijn ziel uit dezen nood.
En ik bevond dat Hij was zeer weldadig,
Zeer vriendelijk en ook zere genadig
Die wel behoedt d' eenvoudigen zeer bloot.
vers 4
Want als ik ter nederlag onder voet,
Geholpen heeft mij onze God almachtig.
Dies wees tevreden, o mijn ziele klachtig,
Naardien dat de Heer u deez' weldaat doet.
vers 5
Gij hebt, Heer, mijn ziel bevrijd van den dood,
Mijn ogen van tranen, mijn voet voor vallen;
Dies wil ik wandelen mijn dagen alle
Vromelijk voor U, o mijn God zeer groot!
vers 6
Ik gelove, dies spreek ik in 't gemeen;
Toch werd mijn ziel zeer jammerlijk geplaget,
Dies sprak ik met een gemoed gaar versaget:
Alle mensen zijn leugenaars meteen.
vers 7
Hoe zal ik toch God Zijn weldaden al
Vergelden? Ik zal den beker heilzame
Nemen in de hand, en des Heeren Name
Met dankbaarheid ik verkondigen zal.
vers 8
Ik wil mijn beloften in 't openbaar
Betalen in Gods gemeente geprezen.
De dood der heiligen voor God zal wezen
Een ding, dat kostelijk is en dierbaar.
vers 9
Heer! ik ben Uw knecht, ja ik ben Uw knecht,
Ende een zoon van Uwe dienstmaagd kleine.
Mijn banden hebt Gij gebroken alleine;
Dies wil ik U dankofferen oprecht.
vers 10
Dat is: Ik wil Uwen Naam maken kond,
Die heerlijk is ende zeer hoog verheven.
Ik wil den Heere mijn belofte geven,
Midden onder Zijn volk tot dezer stond.
vers 11
In de voorhoven des Heeren zeer rein
Wil ik van harte Hem lofzangen zingen;
Ik wil tot Jeruzalem wel toebringen
Zijnen prijs. Looft Hem met mij in 't gemein.