PSALM 139

Psalm 139


Informatie en bladmuziek over Psalm 139

Tekst en zang 1773 en Datheen

Product vergelijk (0)


Voor de kerkdienst 06 | Lenard Verkamman

Voor de kerkdienst 06 | Lenard Verkamman

Verkamman, Lenard

Voor de kerkdienst 6 | Lenard Verkamman Bladmuziek over:1. Psalm 25 : 22. Psalm 27 : 53. Psalm 139 ..

€ 8,95

Hemelvaart en Pinsteren 3 | Lenard Verkamman

Hemelvaart en Pinsteren 3 | Lenard Verkamman

Verkamman, Lenard

Hemelvaart en Pinsteren 3 door Lenard Verkamman * Psalm 21 : 1 en 13* Doorgrond en ken mijn hart, ..

€ 8,95

Psalmen voor klarinet 2 - Tineke van der Meulen

Psalmen voor klarinet 2 - Tineke van der Meulen

Meulen, Tineke van der

Psalmen voor klarinet 2 van Tineke van der MeulenPsalmzettingen en intonaties voor drie bes-klarinet..

€ 14,45

Orgelbewerkingen van Psalmen 1 - Folgert Zwaving

Orgelbewerkingen van Psalmen 1 - Folgert Zwaving

Zwaving, Folgert

Orgelbewerkingen van Psalmen 1 van Folgert ZwavingInhoud: Psalm 21Psalm 38 Psalm 61Psalm 74/119Psal..

€ 20,99

67 voorspelen bij Psalmen - Dick Troost

67 voorspelen bij Psalmen - Dick Troost

Troost, Dick

67 voorspelen bij Psalmen van Dick Troost Voor orgelHet kerkelijk jaar rondInhoud:Psalm 2Psalm 8P..

€ 20,00

Drie Psalmbewerkingen voor orgel - Christiaan Ingelse

Drie Psalmbewerkingen voor orgel - Christiaan Ingelse

Ingelse, Christiaan

Drie Psalmbewerkingen voor orgel van Christiaan Ingelse Inhoud: Psalm 81 Psalm 139 Psalm 149..

€ 14,95

Koraalbundel op hogen toon - Martijn den Haan

Koraalbundel op hogen toon - Martijn den Haan

Haan, M. den

Koraalbundel op hogen toon van Martijn den HaanPsalmen met bovenstemPsalm 1Psalm 3Psalm 19Psalm 21Ps..

€ 15,95

Korte koraalvoorspelen - Dick Sanderman

Korte koraalvoorspelen - Dick Sanderman

Sanderman, Dick

Korte koraalvoorspelen van Dick Sanderman Inhoud:Psalm 2, 17, 63, 70, 19, 6, 22, 24, 62, 95, 111, 2..

€ 8,95

Korte Koraalvoorspelen I - Martien van der Zwan

Korte Koraalvoorspelen I - Martien van der Zwan

Zwan, Martin van der

Korte Koraalvoorspelen I van Martien van der Zwan Inhoud:Voorspelen over psalm 3, 4, 5 (64), 6, 8, ..

€ 10,95

Largo - Jan Peter Teeuw

Largo - Jan Peter Teeuw

Teeuw, Jan Peter

Largo van Jan Peter Teeuw Inhoud: Psalm 6, 9, 17, 19, 24, 25, 37, 38, 40, 47, 53, 62, 65, 72, 79,..

€ 10,95

Musica pro Rege - Bertus Rozendaal

Musica pro Rege - Bertus Rozendaal

XXRozendaal, Bertus

Musica pro Rege van Bertus RozendaalBoek 2: KoraalbewerkingenInhoud:Psalm 6:2Psalm 26:8Psalm 139:14..

€ 10,00

Psalm 23 & Psalm 139 - Jan J. van den Berg

Psalm 23 & Psalm 139 - Jan J. van den Berg

Berg, Jan J. van den

Psalm 23 & Psalm 139 van Jan J. van den BergInhoud:Psalm 23Psalm 139..

€ 9,90 € 14,95

Weergeven 1 t/m 12 van in totaal 33

Psalm 139

1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. HEERE! Gij doorgrondt en kent mij.
2 Gij weet mijn zitten en mijn opstaan; Gij verstaat van verre mijn gedachten.
3 Gij omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend.
4 Als er nog geen woord op mijn tong is, zie, Heere! Gij weet het alles.
5 Gij bezet mij van achteren en van voren, en Gij zet Uw hand op mij.
6 De kennis is mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij.
7 Waar zou ik heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht?
8 Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie, Gij zijt [daar].
9 Nam ik vleugelen des dageraads, woonde ik aan het uiterste der zee;
10 Ook daar zou Uw hand mij geleiden, en Uw rechterhand zou mij houden.
11 Indien ik zeide: De duisternis zal mij immers bedekken; dan is de nacht een licht om mij.
12 Ook verduistert de duisternis voor U niet; maar de nacht licht als de dag; de duisternis is als het licht.
13 Want Gij bezit mijn nieren; Gij hebt mij in mijner moeders buik bedekt.
14 Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken! ook weet het mijn ziel zeer wel.
15 Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, [en] als een borduursel gewrocht ben, in de nederste delen der aarde.
16 Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was.
17 Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uw gedachten! hoe machtig veel zijn haar sommen!
18 Zoude ik ze tellen? Harer is meer, dan des zands; word ik wakker, zo ben ik nog bij U.
19 O God! dat Gij den goddeloze ombracht! en gij, mannen des bloeds, wijkt van mij!
20 Die van U schandelijk spreken, [en] Uw vijanden ijdellijk verheffen.
21 Zou ik niet haten, HEERE! die U haten? en verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan?
22 Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij.
23 Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten.
24 En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.

Psalm 139

Vers 1
Niets is, o Oppermajesteit,
Bedekt voor Uw alwetendheid.
Gij kent mij; Gij doorgrondt mijn daân;
Gij weet mijn zitten en mijn staan;
Wat ik beraad', of wil betrachten,
Gij kent van verre mijn gedachten.

Vers 2
G' omringt mijn gaan en liggen, Gij,
O HEER, zijt altoos nevens mij;
Uw onbepaalde wetenschap
Kent mijnen weg van stap tot stap;
Geen woord is nog mijn tong ontgleden,
Of Gij, Gij weet alreeds mijn reden.

Vers 3
Gij hebt van acht'ren mij bezet;
Vooruit wordt mij de vlucht belet;
Ik word bepaald door Uwe hand.
Hoe zou ik met mijn zwak verstand
Naar Uwe wond're kennis streven?
Z' is mij te groot, te hoog verheven.

Vers 4
Waar zou ik Uwen Geest ontvliên?
Waar zou m', o HEER, Uw oog niet zien?
Al voer ik op naar 's hemels trans,
Daar zijt Gij, daar vertoont G' Uw glans;
Al daald' ik zelfs ter helle neder,
Daar vond ik ook Uw aanschijn weder.

Vers 5
Al nam ik van den dageraad
De vleugelen des lichts te baat;
Al waar' aan 't uiterste der zee
De plaats van mijne legersteê;
Daar zoud' ook Uwe hand mij leiden,
Uw rechterhand niet van mij scheiden.

Vers 6
Indien ik zeg: "De donkerheid
Bedekt mij voor Uw majesteit";
Dan is de nacht een helder licht,
Dat mij ontdekt aan Uw gezicht;
Voor U, o HEER, is 't aak'lig duister
Den dag gelijk in glans en luister.

Vers 7
Gij hebt mijn gans gestel doorgrond,
Zelfs voor mijn eersten levensstond.
Ik ben verbazend voortgebracht.
Op 't nagaan van Uw wond're macht,
Sla ik verrukt het oog naar boven:
'k Zal U, mijn Schepper, altoos loven.

Vers 8
Mijn ziel bepeinst Uw wonderdaân,
Die al 't begrip te boven gaan.
Uw oog heeft mijn gebeent' verzeld,
Toen ik, verborgen saâmgesteld
Als een borduursel, lag verscholen:
Van mij was niets voor U verholen.

Vers 9
Gij hebt, wijl niets Uw oog weerhoudt,
Mijn ongevormden klomp beschouwd;
Ja Gij, wiens wijsheid nimmer faalt,
Hadt mijn geboortestond bepaald;
Eer iets van mij begon te leven,
Was alles in Uw boek geschreven.

Vers 10
Hoe dierbaar zijn m' Uw wonderdaân!
Zij zijn onmoog'lijk na te gaan.
Hoe menigvuldig zijn z', o HEER!
Zou ik die tellen? 'k Zou veeleer
't Getal der korr'len zands bepalen.
Uw wond'ren zijn niet af te malen.

Vers 11
Wanneer ik in den nacht ontwaak,
Ben ik bij U, mijn zielsvermaak.
O God, laat door Uw grote macht
De bozen worden omgebracht;
Doe, doe hen voor Uw arm bezwijken.
Gij, bloedvergieters, gij moet wijken.

Vers 12
Stel hunnen hoogmoed perk en paal,
Zij honen U door snode taal;
Z' ontzien zich niet U t' allen stond'
Te lasteren met hart en mond;
Daar zij, ten spot van Uw vermogen,
Al Uwer haat'ren trots verhogen.

Vers 13
Zou 'k hen niet haten in mijn hart,
Wier snode haat Uw goedheid tart?
Zou ik hen, die U weerstand biên,
Niet met verdrietig' ogen zien?
'k Zal hen altijd volkomen haten,
Die trots'lijk Uwen dienst verlaten.

Vers 14
Doorgrond m', en ken mijn hart, o HEER;
Is 't geen ik denk niet tot Uw eer?
Beproef m', en zie, of mijn gemoed
Iets kwaads, iets onbehoorlijks voed';
En doe mij toch met vaste schreden
Den weg ter zaligheid betreden.

Psalm 139

vers 1
Gij hebt mij, Heer, gans'lijk doorgrond,
Gij weet mijn kracht voor dezen stond;
Hetzij dat ik zit ofte sta,
Heere, Gij slaat zulkes al ga;
Gij verstaat, Heer, door Uwe krachten,
Van verre alle mijn gedachten.

vers 2
't Zij dat ik wil rusten of gaan,
Gij komt mij met der haasten aan,
En doorziet scherp in dezen val
Mijn doen en ook mijn wegen al.
Daar is geen woord in mijnen monde,
Of Gij en ziet dat in den gronde.

vers 3
Voren en achter zijt Gij Heer!
Uw hand houdt Gij over mij zeer;
Zulks te verstaan is mij voorwaar
Al veel te hoog en ook te zwaar.
Ik kan Uwe heerlijke werken
Niet verstaan noch genoeg bemerken.

vers 4
Waar zal ik Heer, voor Uwen Geest
Vlieden om te zijn onbevreesd?
Waar zal ik gaan voor Uw aanschijn?
Vaar ik ten hemel, Gij zult zijn
Aldaar; ja daal ik in de helle,
Daar kunt Gij mij vinden en kwellen.

vers 5
Al nam ik haast'lijk met der daad
De vleug'len van den dageraad,
Om te vlieden tot dezen tijd
Over de zee breed ende wijd;
Daar en overal t' allen stonden
Werd ik van Uw handen gevonden.

vers 6
Spreek ik: de duisterheid met kracht
Mij dekken zal, toch werd de nacht
Zo klaar, dat mij een ieder ziet;
Want de duisternis voor U niet
Kan bergen; maar de nacht zal wezen
Zo klaar als de middag geprezen.

vers 7
Gij hebt o Heer, in Uw geweld
Mijn nieren; ook ben ik gesteld
Van mijner moeders lichaam aan
Onder Uw bewaringe zaan.
Dies voor al zulke wonderdingen
Wil ik U Heer, lof en dank zingen.

vers 8
Wonderbaar zijn Uw werken, Heer!
't Welk mijn ziel bekent langs zo meer,
En neemt daarop vlijtiglijk acht,
Voor U en was ook niet mijn kracht
Verborgen, als ik was te zame
Gebeeldet in 's moeders lichame.

vers 9
Gij hebt mij ook, Heer, voortgebracht
Uit de aarde door Uwe macht;
Gij zaagt mij aan zeer goedertier',
Toen ik nog onvolmaakt was schier.
De tijd van mijn volgende leven
Was schoon in Uwen boek geschreven.

vers 10
Hoe kost'lijk is mij Uwen raad;
't Getal mij gans te boven gaat
Uwes raads, die beroemd is wijd.
Wil ik dien tellen nu ter tijd,
Hij gaat in veelheid dat zand kleine
Verre te boven in 't gemeine.

vers 11
Ik gedenke daaraan eenpaar
Als ik wakker ben 's morgens klaar.
O God! woudt Gij verderven snel
Alle de godd'lozen zeer fel.
De bloedhonden zouden bezwijken,
Ja ook met schande van mij wijken.

vers 12
Want zij spreken, Heer, met hoogmoed
Van U lasterlijk zeer onvroed;
Zij verheffen hen op onrein;
Dies haat ik alle die gemein,
Die U haten; ook die gezellen,
Die hen, Heere, tegen U stellen.

vers 13
Met rechten ernst uit 's harten grond
Haat ik, o Heer, die t' allen stond;
Zij zijn mijn vijanden niet klein.
Maar Gij, Die 't harte kent allein,
Doorzoek mijn hart, Gij wordt geware
Dat ik 't recht meen in 't openbare.

vers 14
Mijn hart en gemoed wel doorziet.
Doorgrond mij ganselijk met vliet.
Zie of ik in de wegen kwaad
Wandele, die Gij Heere, haat;
En zijt mij altijd wel genegen,
Geleid mij ook in Uwe wegen.

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!