PSALM 125

Psalm 125


Informatie en bladmuziek over Psalm 125

Tekst en zang 1773 en Datheen

Product vergelijk (0)


Psalm 121-130 - Jan Slagt

Psalm 121-130 - Jan Slagt

Slagt, Jan

Psalm 121-130 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor ..

€ 21,99

Weergeven 13 t/m 13 van in totaal 13

Psalm 125

1 Een lied Hammaaloth. Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, [die] niet wankelt, [maar] blijft in eeuwigheid.
2 Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid.
3 Want de scepter der goddeloosheid zal niet rusten op het lot der rechtvaardigen; opdat de rechtvaardigen hun handen niet uitstrekken tot onrecht.
4 HEERE! doe den goeden wel, en dengenen, die oprecht zijn in hun harten.
5 Maar die zich neigen [tot] hun kromme wegen, die zal de HEERE weg doen gaan met de werkers der ongerechtigheid. Vrede zal over Israel zijn!

Psalm 125

Vers 1
Hij zal noch wank'len, noch bezwijken,
Die op den HEER vertrouwt,
En op Zijn goedheid bouwt;
Hij zal, als Sions berg, nooit wijken,
Wiens grondslag door geen aards vermogen
Ooit wordt bewogen.

Vers 2
Gelijk 't gebergt', dat, hoog gerezen,
Om Salem ligt gespreid,
Zo is, in eeuwigheid,
De HEER rondom hen, die Hem vrezen;
Rondom Zijn volk, 't welk Hij wil hoeden
Voor tegenspoeden.

Vers 3
Want hoe de bozen zich doen schromen
Door wrede heerschappij,
Nog zal hun dwing'landij
Niet rusten op het lot der vromen,
Opdat zij nooit, van 't recht geweken,
Zichzelven wreken.

Vers 4
Geef, HEER, den goeden Uwen zegen;
Doe wèl aan 't vroom gemoed;
Maar hem, die onrecht doet,
En die zich neigt tot kromme wegen,
Zal God verdoen; doch Isrel leven
En vrede geven.

Psalm 125

vers 1
Die op den Heere vast betrouwen,
Die zullen niet vergaan,
Maar eeuwig blijven staan,
Ja zo vast in alle benauwen,
Als de bergen van Sion plegen,
Zonder bewegen.

vers 2
Gelijk Jeruzalem rondomme
Met bergen is bevrijd,
Zo zal ook t' allen tijd
God Zijn kind'ren te hulpe kommen
In hare nood, naar Zijn oorkonden,
Tot allen stonden.

vers 3
God zal niet altijd laten 't leven
Der zijnen, in de hand
Van den wreden tyrant;
Opdat hen de vromen niet geven
Tot kwaad, en de hand niet uitsteken
Tot veel gebreken.

vers 4
Help, Heer, de vromen vroeg en spade;
Maar straf de mensen loos,
Die gaan in wegen boos,
Met hen, die lust hebben in 't kwade;
Doch Israël zal hebben vrede,
En voorspoed mede.

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!