PSALM 127

Psalm 127


Informatie en bladmuziek over Psalm 127

Tekst en zang 1773 en Datheen

Product vergelijk (0)


150 psalmen deel 9 - Nico de Mes

150 psalmen deel 9 - Nico de Mes

Mes, Nico de

150 psalmen deel 9 van Nico de MesInhoud:Psalmen 121-135 ..

€ 14,45

Contrapuntische Psalmkoralen 09 - Wim van der Steen

Contrapuntische Psalmkoralen 09 - Wim van der Steen

Steen, Wim van der

Contrapuntische Psalmkoralen 09 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 121 t/m 135..

€ 11,95

Psalm 121-130 - Jan Slagt

Psalm 121-130 - Jan Slagt

Slagt, Jan

Psalm 121-130 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor ..

€ 21,99

Weergeven 13 t/m 15 van in totaal 15

Psalm 127

1 Een lied Hammaaloth, van Salomo. Zo de HEERE het huis niet bouwt, te vergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart, te vergeefs waakt de wachter.
2 Het is te vergeefs, dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft, eet brood der smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden [als] [in] den slaap geeft.
3 Ziet, de kinderen zijn een erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning.
4 Gelijk de pijlen zijn in de hand eens helds, zodanig zijn de zonen der jeugd.
5 Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker met dezelve gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als zij met de vijanden spreken zullen in de poort.

Psalm 127

Vers 1
Vergeefs op bouwen toegelegd;
Vergeefs, om 't huis voltooid te zien,
Gezwoegd, gezweet, o arbeidsliên,
Zo God Zijn hulp aan 't werk ontzegt.
Vergeefs, o wachters, is uw vlijt,
Zo God niet zelf de stad bevrijdt.

Vers 2
Vergeefs van 's morgens vroeg geslaafd
Tot 's avonds, en het brood der smart
Gegeten, met een angstig hart;
Vergeefs den gansen dag gedraafd;
God geeft het, hoe een ander schraap',
Dien Hij bemint, als in den slaap.

Vers 3
Zo gaat het elk, dien God bemint.
Wie kind'ren voortbrengt tot Gods eer,
Verkrijgt een erfdeel van den HEER;
Wie zich met kroost gezegend vindt,
Dat zich oprecht en dankbaar toont,
Ziet al zijn zorg naar wens beloond.

Vers 4
Gelijk de pijlen in de hand
Eens sterken helds, die, fier en blij,
Door hunne kracht zijn weêrpartij
Doet zwichten voor zijn tegenstand;
Zo zijn ook, tot der vaad'ren vreugd,
De brave zonen hunner jeugd.

Vers 5
Welzalig hij, die als een held,
Deez' pijlen in zijn koker gaart,
En zijne zonen ziet gespaard;
Zij zullen, schaamrood noch ontsteld,
Het hoofd den weêrpartijd'ren biên,
En in de poort voor hen niet vliên.

Psalm 127

vers 1
Zo God niet Zelf dat huis oprecht,
Tevergeefs is de arbeid al
Desgenen die dat bouwen zal.
Dat waken is gaar niet en slecht,
Zo God naar Zijn vaderlijk' aard
De stad niet Zelf hoedt en bewaart.

vers 2
Het is vergeefs zo vroeg opstaan,
En te waken tot 's nachts zeer spaad',
En spaarlijk t' eten in dien staat
Zijn brood, met zorgen zwaar belaan.
Want God schier al slapende geeft
Zulks dengenen, die Hij lief heeft.

vers 3
Als de mens bekomt een kind klein,
Om te erven zijn goed al t' zaam,
Zulks is Gods gave zeer bekwaam.
De vrucht des lichaams is allein
Een vrij geschenk des Heeren goed,
't Welk Hij Zijnen kinderen doet.

vers 4
Gelijk als een reuze met kracht
Naar zijnen wille van hem schiet
De pijlen snel, daar men op ziet;
Zo worden onz' kind'ren geacht,
Als zij jonge gezellen fijn,
En sterk en groot geworden zijn.

vers 5
Wel hem, die zijnen koker groot
Vol heeft van die pijlen vernaamd,
Die zal nimmermeer zijn beschaamd
In tegenheid noch ander nood;
Maar zijne vijanden hij zal
Ter schande brengen en ten val.

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!