PSALM 128
Psalm 128
Informatie en bladmuziek over Psalm 128
Psalmbewerkingen voor orgel deel 11 - Peter de Wilde
Wilde, Peter dePsalmbewerkingen voor orgel deel 11 van Peter de WildeInhoud: Psalm 128:1Psalm 138:1..
€ 10,95
Psalm 121-130 - Jan Slagt
Slagt, JanPsalm 121-130 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor ..
€ 21,99
In voor- en tegenspoed - Cor van Dijk
Dijk, Cor vanIn voor- en tegenspoed van Cor van DijkInhoud: Psalm 67 : 1 “d’ Algoede God zij ons genadig”Psalm..
€ 10,95
Psalm 128
1 Een lied Hammaaloth. Welgelukzalig is een iegelijk, die den HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt.
2 Want gij zult eten den arbeid uwer handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan.
3 Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijden van uw huis; uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel.
4 Ziet, alzo zal zekerlijk die man gezegend worden, die den HEERE vreest.
5 De HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem aanschouwen al de dagen uws levens;
6 En gij zult uw kindskinderen zien. Vrede over Israel!
Psalm 128
Vers 1
U mag men zalig heten,
Dien 's HEEREN vrees bekoort;
Die, met een goed geweten,
Steeds wandelt naar Zijn woord.
Gij zult uw nooddruft vinden
Door d' arbeid van uw hand;
Wat g' u moogt onderwinden,
Komt, naar uw wens, tot stand.
Vers 2
Uw echtvriendin zal bloeien,
Gelijk een wijnstok tiert,
Die, vruchtrijk onder 't groeien,
Uw huismuur dekt en siert.
Niets zal uw welvaart stuiten;
Uw kroost zal blij en fris,
Als groen' olijvenspruiten,
Versieren uwen dis.
Vers 3
Dit lot is u beschoren,
Zo gij, met diep ontzag,
Naar 's HEEREN wet blijft horen;
Voor u zal, dag aan dag,
Het heil uit Sion vloeien;
Gij zult, zolang gij leeft,
Jeruzalem zien bloeien,
't Welk God Zijn zegen geeft.
Vers 4
Blijft gij op Hem betrouwen,
Dan zult gij, op uw beê,
't Kroost van uw kroost aanschouwen.
In Israël zij vreê.
Psalm 128
vers 1
Zalig is hij bevonden,
Die God vreest en dient recht,
Die ook gaat t' alle stonden
In Zijne wegen slecht.
Door 't werk 't welk gij zult drijven,
Werdt gij hier welgevoed;
Uw doen zal wel beklijven,
Spoedig met overvloed.
vers 2
Uw wijf zal gelijk wezen
In uw huis zeer verblijd,
Den wijnstok uitgelezen
Die vrucht draagt t' zijner tijd;
Aan den dis in een krone
Zullen uw kinders staan,
Als olijfspruiten schone,
Na malkand'ren voortaan.
vers 3
Deze schone weldaden
Ontvangt hij in 't gemeen,
Die met 't kwaad niet beladen
Is, maar God vreest alleen.
God uit Sion geprezen,
U deez' genade doet,
Dat gij zult zien na dezen
Jeruzalems voorspoed.
vers 4
Gij zult uit uwen zade
Kindskind'ren zien zeer wel;
Ende door Gods genade
Veel vreeds in Israël.