PSALM 29

Psalm 29


Informatie en bladmuziek over Psalm 29

Tekst en zang 1773 en Datheen

Product vergelijk (0)


Psalm 21-30 - Jan Slagt

Psalm 21-30 - Jan Slagt

Slagt, Jan

Psalm 21-30 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor org..

€ 21,99

Psalmbewerkingen voor orgel 3 - Margaretha Christina de Jong

Psalmbewerkingen voor orgel 3 - Margaretha Christina de Jong

Jong, Margaretha Christina de

Psalmbewerkingen voor orgel 3 van Margaretha Christina de Jong Inhoud: Psalm 21-30Opus 93..

€ 15,00

Psalmen in voorspelen en zettingen 4 - Jan van Westenbrugge

Psalmen in voorspelen en zettingen 4 - Jan van Westenbrugge

Westenbrugge, Jan van

Psalmen in voorspelen en zettingen 4 van Jan van WestenbruggeInhoud: Psalm  29Psalm  34Psa..

€ 15,95

Orgelkunst 16 - Diverse artiesten

Orgelkunst 16 - Diverse artiesten

Wendt, Gradus

Orgelkunst 16 van diverse artiestenPsalmvoorspelenInhoud: Psalm 1:1Psalm 1:2Psalm 2:1Psalm 3:2Psalm ..

€ 8,95

Weergeven 13 t/m 16 van in totaal 16

Psalm 29

1 Een psalm van David. Geeft den HEERE, gij kinderen der machtigen! geeft den HEERE eer en sterkte.
2 Geeft den HEERE de eer Zijns Naams, aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms.
3 De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.
4 De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid.
5 De stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon.
6 En Hij doet ze huppelen als een kalf, den Libanon en Sirjon als een jongen eenhoorn.
7 De stem des HEEREN houwt er vlammen vuurs uit.
8 De stem des HEEREN doet de woestijn beven; de HEERE doet de woestijn Kades beven.
9 De stem des HEEREN doet de hinden jongen werpen, en ontbloot de wouden; maar in Zijn tempel zegt [Hem] een iegelijk eer.
10 De HEERE heeft gezeten over den watervloed; ja, de HEERE zit, Koning in eeuwigheid.
11 De HEERE zal Zijn volk sterkte geven; de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.

Psalm 29

Vers 1
Aardse machten, looft den HEER;
Geeft den HEERE sterkt' en eer;
Dat de lof van 's Hoogsten naam
Aller groten roem beschaam'.
Vorsten, 't voegt u, Hem, in't midden
Van Zijn heiligdom, t' aanbidden:
't Voegt u, met de Godgetrouwen,
's HEEREN heerlijkheid t' ontvouwen.

Vers 2
's HEEREN stem, op 't hoogst geducht,
Rolt en klatert door de lucht;
Berst, met vreselijk geluid,
Op de grote waat'ren uit;
Klinkt, met nadruk en vermogen,
Heerlijk uit de hemelbogen.
't Schepsel beeft en staat verwonderd,
Als de God der ere dondert.

Vers 3
's HEEREN wonderstem verbreekt,
Als Zijn grimmigheid ontsteekt,
't Ceed'renbos van Libanon;
Schudt den hogen Sirion;
Ceed'ren, uit den grond gewrongen,
Hupp'len als der rund'ren jongen;
Bergen voelen sidderingen,
Daar z' als wilde stieren springen.

Vers 4
's HEEREN stem verbaast natuur;
Houwt uit bergen vlammend vuur;
Schiet van 't zwerk den bliksem neer;
Kades beeft voor 't buld'rend weer;
Woestenijen slaan aan't zuchten,
Hinden krijgen, onder 't vluchten,
Barenswee; door vrees gedrongen,
Werpen z', in dien nood, haar jongen.

Vers 5
's HEEREN stem ontbloot het woud;
Maar hij, die op God vertrouwt,
Buigt zich veilig, Hem ter eer,
Juichend in Zijn tempel neer.
't Is de HEER, Wiens wenk de stromen,
In hun woede kon betomen;
Die, in macht nooit af te meten,
Eeuwig is ten troon gezeten.

Vers 6
Looft den HEER, die wond'ren werkt;
Israël, Zijn volk, versterkt;
Hem, die Jacobs heilig kroost
Zeeg'nen zal met vreed' en troost.

Psalm 29

Vers 1
Gij prinsen, en gij heren,
Begaafd met grote ere,
Schrijft God toe altezamen
Zijn kracht en lof bekwame.
Wilt Hem zulken prijs bewijzen,
Als Zijn macht, niet om volprijzen,
Toestaat, en in Zijn woning goed
Buiget Hem de knien met ootmoed.

Vers 2
Gods stem werd gehoord krachtig
Op de wateren machtig;
In 's hemels wolken zeer klaar
Werd ook Gods kracht openbaar,
Zijn stemme (niet om versterken)
Getuigt van Zijn grote werken;
Zijn stem is vol t' allen stonden
Van heerlijke kracht bevonden.

Vers 3
Gods stem slaat met onweder
De cederbomen neder,
Op Liban den berg geplant,
En d' ander bergen in 't land,
Hij doet die springen te degen.
Zo de jonge kalvers plegen,
 En als de jong' eenhoornen doen,
Die opspringen in bossen groen.

Vers 4
Gods stem doorsnijdt en scheidet
't Vuur en zijn vlam uitbreidet;
Hij doet 't dal Kades beven,
Met de dalen daarneven.
Hij schrikt de hinden kleinmoedig,
En doet ze misvallen spoedig;
Hij doet de bossen groen en groot,
Door Zijn kracht worden dor en bloot.

Vers 5
Maar ieg'lijk gaat bij dezen
In Gods tempel geprezen,
En daar hij placht te beven,
Hij looft Hem al zijn leven.
Des waters, dat men vreest zere,
Des zondvloeds, is God een Heere;
En Zijn koninkrijke voortaan
Zal eeuwiglijk vast blijven staan.

Vers 6
Daarom zal de Heer wezen
Zijns volks kracht uitgelezen;
Vreed' en goed zal hem geven
Onze God hoog verheven.

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!