PSALM 65
Psalm 65
Informatie en bladmuziek over Psalm 65
Psalmen 3 - Chris Haalboom
Haalboom, Chr.Psalmen 3 van Chris Haalboom25 Psalmen voor elektronisch orgel en kerkorgelInhoud:Psalm 51-75..
€ 8,95
Psalmen in voorspelen en zettingen 1 - Jan van Westenbrugge
Westenbrugge, Jan vanPsalmen in voorspelen en zettingen 1 van Jan van WestenbruggeInhoud:Psalm 1Psalm 6Psalm 8Psalm 19Psa..
€ 15,45
Psalmen voor orgel 1 - Jan Vermeulen
Vermeulen, JanPsalmen voor orgel 1 van Jan VermeulenInhoud:Psalm 6Psalm 65Psalm 92Psalm 132Psalm 142 ..
€ 10,95
Psalmen voor orgel 3 - Jan Peter Teeuw
Teeuw, Jan PeterPsalmen voor orgel 3 van Jan Peter TeeuwInhoud:Psalm 65Psalm 68Psalm 86Psalm 94Psalm 101..
€ 13,95
Psalmvoorspelen - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van dePsalmvoorspelen Gerrit Jan van de Werfhorst Inhoud:Psalm 1Psalm 2Psalm 3Psalm 8Psalm 19Psalm 25Ps..
€ 14,95
Psalmvoorspelen - Jan Peter Teeuw
Teeuw, Jan PeterPsalmvoorspelen van Jan Peter Teeuw Inhoud: Psalm 6, 9, 17, 19, 24, 25, 37, 38, 40, 47, 53, 62, 6..
€ 11,95
Speelt voor den HEER - Hildebrand Otto
Otto, HildebrandSpeelt voor den HEER van Hildebrand OttoInhoud:Psalm 33Psalm 48Psalm 56Psalm 65Psalm 84Psalm 86Psalm..
€ 15,45
Sprekende Psalmen 2 - Bart Schalk
Schalk, BartSprekende Psalmen 2 van Bart SchalkInhoud :Psalm 54 (in de stijl van Bach)Psalm 65 (in de stijl van..
€ 11,95
Twaalf Psalmen en lofzangen Klavarskribo - Klaas Bolt
Bolt, KlaasTwaalf Psalmen en lofzangen Klavarskribo van Klaas BoltInhoud:1. Psalm 6 trio2. Psalm 22 trio3. Psal..
€ 14,90
Uit Sions zalen - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van deUit Sions zalen van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud: Psalm 122Psalm 17Psalm 29Psalm 65Psalm 97..
€ 12,95
Vier Psalmen - Johan C. Meischke
Meischke, Johan C.Vier Psalmen van Johan C. MeischkeInhoud: Psalm 65Psalm 87Psalm 89Psalm 105..
€ 9,95
voor orgel-Bert Matter
Matter, Bertvoor orgel Bert Matter Inhoud: Gezang 126 - Von Gott will ich nichts lassenPsalm 65 - De stilte zi..
€ 13,95
Psalm 65
1 Een psalm van David, een lied, voor den opperzangmeester. De lofzang is [in] stilheid tot U, o God! in Sion; en U zal de gelofte betaald worden.
2 Gij hoort het gebed; tot U zal alle vlees komen.
3 Ongerechtige dingen hadden de overhand over mij; [maar] onze overtredingen, die verzoent Gij.
4 Welgelukzalig is hij, [dien] Gij verkiest, en doet naderen, dat hij wone in Uw voorhoven; wij zullen verzadigd worden met het goed van Uw huis, [met] het heilige van Uw paleis.
5 Vreselijke dingen zult Gij ons in gerechtigheid antwoorden, o God onzes heils! o Vertrouwen aller einden der aarde, en der verre gelegenen [aan] de zee!
6 Die de bergen vastzet door Zijn kracht, omgord zijnde met macht.
7 Die het bruisen der zeeen stilt, het bruisen harer golven, en het rumoer der volken.
8 En die op de einden wonen, vrezen voor Uw tekenen; Gij doet de uitgangen des morgens en des avonds juichen.
9 Gij bezoekt het land, en hebbende het begerig gemaakt, verrijkt Gij het grotelijks; de rivier Gods is vol waters; wanneer Gij het alzo bereid hebt, maakt Gij hunlieder koren gereed.
10 Gij maakt zijn opgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen [in] zijn voren; Gij maakt het week door de druppelen; Gij zegent zijn uitspruitsel.
11 Gij kroont het jaar Uwer goedheid; en Uw voetstappen druipen van vettigheid.
12 Zij bedruipen de weiden der woestijn; en de heuvelen zijn aangegord met verheuging.
13 De velden zijn bekleed met kudden, en de dalen zijn bedekt met koren; zij juichen, ook zingen zij.
Psalm 65
Vers 1
De lofzang klimt uit Sions zalen
Tot U met stil ontzag;
Daar zal men U, o God, betalen
Geloften, dag bij dag.
Gij hoort hen, die Uw heil verwachten,
O Hoorder der gebeên,
Dies zullen allerlei geslachten
Ootmoedig tot U treên.
Vers 2
Een stroom van ongerechtigheden
Had d' overhand op mij;
Maar ons weerspannig overtreden
Verzoent en zuivert Gij.
Welzalig, dien Gij hebt verkoren,
Dien G' uit al 't aards gedruis
Doet naad'ren, en Uw heilstem horen,
Ja, wonen in Uw huis.
Vers 3
Daar zal ons 't goede van Uw woning
Verzaden, reis op reis,
En 't heilig deel, o grote Koning,
Van Uw geducht paleis.
Gij, Gij zult vreselijke dingen
Ons, in gerechtigheid,
Doen horen, en ons blij doen zingen
Van 't heil, voor ons bereid.
Vers 4
O onze God, o vast vertrouwen
Van 't allerverste land,
Op Wien al 's aardrijks einden bouwen
En 't wijdstgelegen strand;
Gij, die de hemelhoge bergen
Doet pal staan door Uw kracht,
Zodat zij vloed en stormen tergen,
Gij zijt omgord met macht.
Vers 5
't Gebruis der zee doet Gij bedaren,
Daar Gij haar golven stilt;
't Rumoer der volken, als der baren,
Betoomt Gij, waar Gij wilt.
Wie d' einden dezer aard' bewonen,
Aanschouwen, dag aan dag,
De teek'nen, die Uw almacht tonen,
Met vrees en diep ontzag.
Vers 6
Gij geeft, dat d' uitgang van den morgen
En van den avond juicht,
En dat men U voor al Uw zorgen
Ootmoedig dank betuigt.
Het land bezoekt Gij met Uw zegen,
En, door U droog gemaakt,
Verrijkt Gij 't grootlijks weer met regen,
Die tot den wortel raakt.
Vers 7
De Godsrivier doet G' overvloeien,
En op 't bereide land,
Het nuttig koren welig groeien;
Uw Goddelijke hand
Maakt d' opgeploegde voren dronken,
Tot uit de weke kluit,
Waar 't dropp'lend nat is ingezonken,
Gezegend voedsel spruit.
Vers 8
Uw goedheid kroont de jaargetijen;
Waar Gij Uw voetstap zet,
Daar doet Gij 't al ten zegen dijen,
Daar druipt het al van vet.
Het woeste veld vangt zelfs die droppen,
Zijn weide blijft niet droog;
De heuvels steken blijde toppen
Met lachend groen omhoog.
Vers 9
De velden zijn bedekt met kudden;
De dalen zijn bekleed
Met halmen, die van zwaarte schudden,
En lonen 's landmans zweet.
Zij juichen, elk op zijne wijze;
Uw eer klimt uit het stof;
Zij zingen, Uwen naam ten prijze,
Uw goedheid en Uw lof.
Psalm 65
Vers 1
Men looft U, Heer, met stemmen reine
Tot Sion openbaar;
De beloofde gaven gemeine
Betaalt men U ook daar.
En dewijl dat Gij daar wilt horen
't Gebed Uwes volks goed,
Zo zullen daar Uw uitverkoren
U vallen, Heer, te voet.
Vers 2
Al mijn misdaden en mijn zonden
Waren zeer groot en zwaar;
Maar Uw goedheid, niet om doorgronden,
Vergaf die al voorwaar.
Wel Hem, dien Gij hebt uitgelezen,
Dat hij bij U zij, Heer!
Die ook altijd bij U mag wezen,
Zonder te scheiden meer.
Vers 3
Wij zullen met d' heerlijkheid schone
Uwes huis verzaad zijn,
D' rijkdom, Heer! van 't huis Uwer wone
Zal ons wel voeden fijn.
Gij, Die naar Uw goedheid verheven
Ons beschermt en bewaart,
Zult ons een goed antwoorde geven,
Naar Uw kracht zeer vermaard.
Vers 4
't Geheel aardrijk aan U Heer! hanget
Met een vertrouwen rein;
Al die dat grote meer omvanget,
Staan vast op U allein.
Gij maakt door Uw schrik'lijke krachten
Zeer vast de bergen groot;
Van sterkheid en van grote machten
Zijt Gij, o Heer! niet bloot.
Vers 5
Gij kunt ook dat brullen haast stillen
Des meers, als 't is beweegd.
De mensen ook, die woeden willen;
Gij haast te stillen pleegt.
Als de volkeren wel bemerken,
Die omher zijn, o Heer!
Deez' grote wonderlijke werken,
Zij zijn verwonderd zeer.
Vers 6
Heer! van den oosten tot den westen,
Naar Uw goedheid en woord,
Laat Gij voortkomen ons ten besten
Allerlei blijdschap voort.
Zo haast als droog is ons aardrijke,
Gij bezoekt dat voorwaar,
Met dauw en regen desgelijke,
Maakt Gij 't rijk en vruchtbaar.
Vers 7
't Water springend uit de fonteine,
Maakt dit aardrijke goed
Tot tarw' en and're vruchten reine,
In groten overvloed.
De geploegde voren bekwame
Watert Gij t' zijner tijd;
Gij breekt 't aardrijk en zijn vrucht t' zamen,
Gij zeer gebenedijd.
Vers 8
Gij versiert dat jaar overvloedig
Met Uw goederen schoon,
En laat 't vette regenen goedig
Boven uit Uwen troon.
De hutten zelfs in de woestijne
Zijn vol vruchten meteen;
De bergen zeer vruchtbaar van wijne,
Staan lustig groot en kleen.
Vers 9
Dan ziet men in beemden en weiden
't Vee in groot getal gaan.
't Veld (van de bergen afgescheiden)
Ziet men vol koorne staan.
Alzo schijnt het aardrijk t' ontspringen
En te verblijden zeer;
Dies moeten wij juichen en zingen,
In U, van harten, Heer'.