PSALM 15
Psalm 15
Informatie en bladmuziek over Psalm 15
Psalmbewerkingen voor orgel 04 - Gerrit 't Hart
Hart, Gerrit 'tPsalmbewerkingen voor orgel 04 van Gerrit 't HartInhoud:Psalm 15 IPsalm 15 IIPsalm 21Psalm 103 IPsal..
€ 9,95
Korte Koraalvoorspelen VI - Martien van der Zwan
Zwan, Martin van derKorte Koraalvoorspelen VI van Martien van der ZwanInhoud: Psalm 8, 21, 22, 32, 36 (68), 38, 46 (8..
€ 11,95
Psalm 15:1 - Pieter Heykoop
Heykoop, PieterPsalm 15:1 van Pieter HeykoopInhoud:Gebed"Wie zal verkeren, grote God, in Uwe tent?"..
€ 6,00
Psalm 15
1 Een psalm van David. HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op den berg Uwer heiligheid?
2 Die oprecht wandelt, en gerechtigheid werkt, en die met zijn hart de waarheid spreekt;
3 Die met zijn tong niet achterklapt, zijn metgezellen geen kwaad doet, en geen smaadrede opneemt tegen zijn naaste;
4 In wiens ogen de verworpene veracht is, maar hij eert degenen, die den HEERE vrezen; heeft hij gezworen tot [zijn] schade, evenwel verandert hij niet;
5 Die zijn geld niet geeft op woeker, en geen geschenk neemt tegen den onschuldige. Die deze dingen doet, zal niet wankelen in eeuwigheid.
Psalm 15
Vers 1
Wie zal verkeren, grote God,
In Uwe tent? Wien zult Gij kronen
Met zulk een onwaardeerbaar lot,
Dat hij, bij 't heuglijkst gunstgenot
Uw heilig Sion moog' bewonen
Vers 2
Die in zijn wandel zich oprecht
En wars betoont van valse streken;
Zijn aandacht aan Uw wetten hecht;
Zich op de deugd met ijver legt,
En waarheid met zijn hart blijft spreken.
Vers 3
Die met zijn tong niet achterklapt;
Geen kwaad doet aan zijn metgezellen;
Niet in het spoor van laster stapt;
Maar, zo men iemands eer vertrapt,
Dien smaad wil horen noch vertellen.
Vers 4
Wiens oog verworpenen veracht,
Maar hen eerbiedigt, die God vrezen;
Die zich voor roek'loos zweren wacht,
Doch 't geen hij zweert, getrouw betracht,
Al zou 't hem ook tot schade wezen.
Psalm 15
Vers 1
Wie is 't, die zal wonen eenpaar
In Uw lieflijke tenten, Heere?
Wie zal toch verkeren hiernaar,
Door Uw goedheid, zonder gevaar,
Op Uwen heil'gen berg met ere?
Vers 2
Het zal wezen de mens eerbaar.
Die steeds wel doet in alle dingen,
En recht handelt in 't openbaar;
Wiens mond, dat oprecht is en waar,
Gestadiglijke zal voortbringen.
Vers 3
Die geen achterklap spreekt onvroed,
Tot zijnes naasten smaad en schande;
Die tegen hem ook niet misdoet,
Noch mishandelt; maar hem behoedt
Voor oneere menigerhande.
Vers 4
Die ook den godd'lozen veracht,
En daartoe eert tot allen stonden
Hem, die den Heer vreest met aandacht,
Die zijn belofte heeft volbracht,
Al waar 't ook zijn schade bevonden.
Vers 5
Die tot woeker niet geeft zijn geld,
En geen gaven ooit heeft geprezen,
Om 't recht des vromen met geweld
Te breken. Die zo is gesteld,
Zal voorwaar gelukzalig wezen.
