Ds. C.B.J. Bähler

C(hristiaan) D(aniël) L(ouis) Bähler werd op 27 februari 1806 geboren in een pastorie te Zwolle. Zijn vader was daar dominee in de Waalse Kerk. Hij kan worden gerekend bij de voormannen van het 19-eeuwse Reveil. Eén van zijn vrienden was I. da Costa. Ook steunde hij H.F.Kohlbrugge in zijn strijd voor rechtvaardigheid.

Louis studeerde theologie aan de universiteit van leiden. Tijdens die studie sloot student Bähler zich aan bij de zogenaamde ‘club van Scholte’. Samen lazen de zes vrienden de boeken van I. da Costa. Soms ging men op bezoek bij de, na een onstuimig leven bekeerde, en rijke A.J. Twent van Roosenburg. Deze was een bewonderaar van de Geneefse Afscheiding. Via hem kwamen ze in aanraking met het denkbeeld over de vrije kerken. Vijf vrienden gingen later mee met de Afscheiding in ons land. Alleen Louis zou predikant worden en blijven in de Nederlandse Hervormde Kerk. Veel gemeenten begeerden hem als dienaar van Gods Woord.

In 1833 kwam Bähler in Elspeet, zijn eerste gemeente. Twee maanden ervoor was hij getrouwd met de godvrezende Maria van ’t Hooft. Hun huwelijkspad zou niet over rozen gaan. In de pastorie van Elspeet werd een zoontje geboren, dat op 2-jarige leeftijd overleed. Een jaar later werd een dochtertje geboren.

Bählers tweede gemeente was Oosterwolde (Gld.). Hier werd een zoontje geboren, dat later dominee zou worden. Enkele volgende gemeenten waren: Aalst (1840), Heemse (1843) waar ook een zoontje werd geboren, IJlst (1844), Ede (1845). Hier volgde hij D.A.Detmar op. Vervolgens bediende hij het Woord in de gemeenten: Andel (1851), Wemeldinge (1856) en Poortvliet (1857). Dit was zijn laatste gemeente. Op zondag 1 febr. 1857 werd Bähler hier bevestigd door ds. H. van Strien van Scherpenisse. De intreetekst was Hand. 16 vers 9: ‘En van Paulus werd in den nacht een gezicht gezien; er was een Macedonisch man staande, die hem bad en zeide: Kom over in Macedonië en help ons.’ Het jaar van zijn intrede werd ook zijn sterfjaar. In de rouwadvertentie schreef zijn weduwe: ‘Na een kortstondig, doch hevig lijden van slechts veertien dagen, ontsliep mijn geliefde echtgenoot’. Bähler werd 51 jaar.

NB. In de gemeente van Aalst werden tot groot verdriet van de ouders twee kinderen dood geboren. Ook was dominee hier één van de ondertekenaars van de Adresbeweging van zijn ambtsbroeder B. Moorrees uit Wijk bij Heuden, tot herstel van de kerk en tegen de getolereerde vrijzinnigheid.

Let op: de directe aanleiding tot het oprichten van de Ger. Bond in 1906 was het tolereren in de Ned. Herv. Kerk van de dwaalleer van ds. L.A. Bähler, een kleinzoon van de godvrezende opa C.D.L. Bähler.