ds. J.H.Th. Rappard
Jan Rappard werd geboren op 9 april 1892 te Andel in de provincie Noord-Brabant. Zijn wieg stond in de hervormde pastorie. Zijn vader is op meerdere plaatsen predikant geweest o.a. in Zuilichem, Kesteren, Waarder, Maartensdijk en Vuursche. De laatste plaatsen liggen dicht bij Utrecht. Daar heeft Rappard zijn studie theologie gedaan.
Op 23 april 1919 trouwde Jan Rappard met Adriana Lagerweij te Baarn. Nog geen veertien dagen later, op zondag 4 mei 1919, werd hij door zijn vader tot predikant bevestigd in zijn eerste standplaats Brakel. De bevestigingstekst was Joh. 21:15-17 (Hebt gij Mij lief?). Na Rappards vertrek in 1922 volgde pas vijf jaar later de eerwaarde heer L. Verheul hem op.
Hierna diende Rappard Barneveld (1922-1928) en Dinteloord (1928-1931). In laatstgenoemd jaar stierf hij plotseling in zijn slaap te Hasselt op donderdag 13 augustus, na de vorige dag een lichte griep te hebben gehad. Hij logeerde namelijk in het huis van zijn broer, die daar huisarts was. Op zondag 9 augustus had hij nog tweemaal gepreekt in deze Overijsselse plaats. Kort hiervoor had hij een beroep aangenomen naar Kampen. Rappard liet een weduwe achter met twee zoontjes in de leeftijd van respectievelijk, tien en elf jaar.
Ds. Rappard werd begraven te Barneveld, waar in februari 1928 een dochtertje was overleden op de leeftijd van vier jaar. Vader en dochtertje liggen nu op hetzelfde kerkhof begraven. Op de staande steen van het graf staat te lezen: Ter gedachtenis aan ds. J.H.Th. Rappard. Gesticht door de Ned. Herv. Gemeenten Dinteloord-Barneveld en vrienden. ‘Uw Koninkrijk kome.’
Op de liggende steen staan ook de namen van zijn vrouw en dochtertje. Onder de naam van de predikant staat: Rom. 8:33-39.
Ds. Rappard had een ernstige prediking, waarin hij de gereformeerde leer verkondigde en trachtte zielen voor Christus te winnen. Op het graf sprak een ambtsbroeder deze woorden: ‘Na de gemeente tot eerbiedige vreze te hebben gestemd (opgewekt) door een getuigenis als in de tegenwoordigheid Gods, wees hij op den lastbrief des Heeren voor leraars en gemeente: namelijk om in de prediking vast te houden aan Wet en Evangelie, om ‘s mensen val en oprichting alleen in Christus Jezus duidelijk te verkondigen. En zo kregen we de volle Raad Gods te horen en het geluid van een bazuin dat vertrouwen wekte. Graag diende hij anderen, vooral als het om eeuwigheidsbelangen ging.’
Tijdens zijn leven kreeg ds. Rappard meerdere beroepen o.a. uit: Bleskensgraaf, ’s-Grevelduin-Capelle, Giessendam, Lexmond, Putten en Zegveld.